Aneurysmatische botcyste (ABC)

Achtergrond

Een aneurysmatische botcyste (ABC) is een goedaardige afwijking in het bot. Het is een met bloed gevulde holte in het bot due uit meerdere kamers (compartimenten) kan bestaan. Deze worden gescheiden door schotten van bind- en botweefsel.
ABC’s komen vaker voor bij kinderen en jonge volwassenen en zitten meestal in de lange pijpbeenderen, zoals het dijbeen, het scheenbeen en opperarmbeen. Maar ze kunnen ook voorkomen in de wervelkolom, het bekken of het schouderblad. Een ABC zit meestal in de buurt van een groeischijf. Van alle bottumoren is ongeveer één procent een ABC.

Symptomen

De klachten hangen sterk af van de plaats waar de ABC zich bevindt. Soms zijn er geen klachten en wordt een ABC bij toeval ontdekt. Dit kan wanneer er om een andere reden een foto van het bot wordt gemaakt (de zogenaamde ‘toevalsbevinding’).
Symptomen die bij een ABC kunnen ontstaan zijn bijvoorbeeld:

  • Zwelling in het bot. Door de ABC zet het bot uit. De zwelling kan in een snel groeien en kan warm aanvoelen.
  • Pijnklachten op de plaats van de zwelling.
  • Moeilijk of niet goed kunnen bewegen door verdrukking van omliggende spieren/weefsels of  doordat het aanliggend gewricht moeilijker kan bewegen door de bottumor.
  • Spontane botbreuk door verzwakking van het bot.
  • Beschadiging van de groeischijf door het ABC of door de behandeling. Hierdoor kan een ledemaat (arm/ been) langer of korter zijn aan het eind van de groei.

Diagnose

Vaak wordt eerst een röntgenfoto gemaakt. Hierop wordt het ABC als een scherp afgrensbare afwijking gezien. Bij een verdenking op een ABC, wordt daarna een MRI-scan gemaakt om de diagnose te bevestigen. Op de MRI is de cyste te zien als een holte met daarin meerdere ruimten gevuld met bloed. De scan geeft een goed beeld in hoeverre de omliggende weefsels in de verdrukking zijn gekomen. Ook kunnen de bloedvaten rond de ABC bekeken worden. Dit is belangrijk voor de keuze van behandeling.
Als er nog onzekerheid is over de diagnose, kan een stukje weefsel worden afgenomen voor onderzoek (biopsie). De patholoog zal het weefsel onderzoeken en de definitieve diagnose stellen. In zeldzame gevallen is het ABC een uiting van een andere bottumor en bij twijfel hierover moet dit worden uitgesloten.

Behandeling

Zowel een afwachtend beleid (conservatief)  als een daadwerkelijke behandeling zijn vaak mogelijk. De meest gebruikte behandeling van een ABC bestaat uit het injecteren van ethoxysclerol in de ABC. Soms moet dit enkele malen herhaald worden. Andere opties zijn operatie of embolisatie.

  • Afwachten. Wanneer een ABC bij toeval wordt ontdekt en er geen symptomen zijn, kan ervoor worden gekozen om geen behandeling te ondergaan, maar regelmatig te worden gecontroleerd. In sommige gevallen kan een ABC die geen klachten veroorzaakt, vanzelf kleiner worden en is behandeling niet nodig.
  • Injectie van de cyste. Een andere behandelmethode is het injecteren van de cyste met een vloeistof die etsend werkt en de aanwezige cellen doodt. Meestal heeft deze behandeling de voorkeur en zal de injectie na 4-6 weken worden herhaald. Afhankelijk van het röntgenonderzoek zijn er 1 tot 3 herhalingen nodig. Bij de eerste injectie wordt een weefselmonster afgenomen voor een diagnosebevestiging door een patholoog.
  • Operatie. Als de injecties niet of onvoldoende effectief zijn, kan een operatie nodig zijn. Hierbij wordt de cyste met scherpe lepels weggekrabd en behandeld met een etsende vloeistof (fenol of alcohol) om het risico op terugkeer van de cyste te verminderen. Het bot kan vervolgens worden opgevuld met botsnippers en soms is het nodig om platen en schroeven te gebruiken om het bot te stabiliseren en een breuk te voorkomen.
  • Embolisatie. Een derde behandelmethode is het afsluiten van de bloedtoevoer naar de botcyste door middel van embolisatie. Dit is alleen mogelijk als er één of enkele bloedvaten te zien zijn die alleen de botcyste van bloed voorzien. Deze behandeling heeft soms de voorkeur als de ABC zich in moeilijk bereikbare botten bevindt.

Behandel resultaat

Na 6-8 weken zal er een controlefoto worden gemaakt om het effect van de behandeling te beoordelen. Als de behandeling effectief is, blijft u ten minste 2 jaar onder controle, omdat het mogelijk is dat de cyste opnieuw groeit. Als de behandeling niet effectief genoeg is, kan de injectie worden herhaald of kan er worden gekozen voor een andere behandeloptie. Het kan zijn dat de injectie met de etsende vloeistof meerdere keren moet worden herhaald om tot een goed effect te komen. Een cyclus van 3 injecties met een tussenperiode van 6 weken wordt vaak als één behandeling beschouwd.

Het is belangrijk om te weten dat de cyste zelf en/of de behandeling de groeischijf kan beschadigen, vooral wanneer de cyste zich dicht bij de groeischijf bevindt. Hierdoor kan een groeistop van het bot optreden, waardoor het bot minder groeit en kleiner blijft dan normaal. Of er klachten ontstaan en of er aanvullende behandelingen nodig zijn, hangt af van de locatie van de groeistoornis.

Verwijzer?

Huisarts
Alle reguliere huisartsverwijzingen kunt u indienen via Zorgdomein.

Medisch specialisten en andere zorgprofessionals
Voor verwijzingen naar de afdeling Orthopedie van het Amsterdam UMC kunt u ook gebruikmaken van het algemeen verwijsformulier van het Amsterdam UMC – locatie AMC.

Intercollegiaal overleg
Neemt u contact op met het secretariaat (staf) Orthopedie:
Telefoonnummer: 020 566 26 72
Bereikbaar: maandag tot en met donderdag van 08:00 – 16:30u.
Per e-mail: info@amsterdam-orthopedie.nl

Afspraak maken

Polikliniek Orthopedie Volwassenen