Behandeling van bottumoren en weke delentumoren

De behandeling van bottumoren en weke delentumoren vraagt specialistische kennis en ervaring. Er is uitvoerige samenwerking tussen diverse specialisten: patholoog, (interventie) radioloog, internist-oncoloog, radiotherapeut, (orthopedisch) chirurg, gespecialiseerde oncologieverpleegkundigen en vaak zijn ook de fysiotherapeuten en de revalidatiearts betrokken.

Conservatief

Goedaardige bottumoren en goedaardige weke delentumoren die weinig of geen klachten geven, hoeven vaak niet te worden behandelend. Uw behandelend arts besluit dan om af te wachten Dit noemen wij een conservatief beleid. Het kan wel zo zijn dat uw arts u nog eens terug ziet om eventuele veranderingen vast te kunnen stellen door middel van uw verhaal, het lichamelijk onderzoek en beeldvormend onderzoek.

Bij een kwaadaardige bot- of weke delentumor (sarcoom) is de behandeling complex. Uw behandelend arts zal met u bespreken of het zinvol is om chemotherapie (celremmende medicijen) te geven en/of radiotherapie (bestraling) toe te passen. In nagenoeg alle gevallen zal een operatie noodzakelijk zijn.

Systemische therapie

Systemische therapie is behandeling van kanker met medicijnen. Voorbeelden van systemische therapie zijn chemotherapie, hormonale therapie, immunotherapie, en ‘targeted’ therapie.

Bij sarcomen wordt systemische behandeling in combinatie met bestraling of operatie toegepast, of als enige behandeling. Dat hangt af van het type sarcoom en de uitbreiding. Systemische behandeling kan zowel met tabletten als via een infuus worden gegeven. Ook dat hangt van de situatie af.

De behandelend arts, dat is de oncoloog, bespreekt het voorgestelde behandelplan, wat daarvan te verwachten is en welke bijwerkingen er zijn. Pas als de patiënt goed voorgelicht is, alle vragen heeft kunnen stellen, en akkoord gaat, kan een systemische behandeling beginnen.

Bestraling

Een gedeelte van de mensen met een weke delensarcoom krijgen bestraling (radiotherapie). Bestraling is een lokale behandeling, waardoor kankercellen beschadigd raken. Door deze beschadigingen kunnen kankercellen niet meer door groeien en gaan ze stuk.

Bestraling kan worden ingezet op verschillende momenten tijdens de behandeling van een wekedelen tumor:

  • Voorafgaand aan de operatie. Het doel van de bestraling is dan om te zorgen dat de chirurg de tumor makkelijker in zijn geheel kan verwijderen bij de operatie. Dit zorgt ervoor dat de kans dat de ziekte lokaal terugkomt zo klein mogelijk is. Het voordeel van bestraling voor de operatie is dat er minder bestralingsdosis nodig is, en het bestralingsgebied makkelijker af te grenzen is omdat de tumor nog zichtbaar is. Voor deze optie wordt gekozen als er al voor de operatie duidelijk is dat bestraling een onderdeel moet zijn van de behandeling.

  • Na de operatie, als er mogelijk kankercellen zijn achtergebleven of er een grote kans is dat de ziekte lokaal weer terug kan komen. Het doel van de behandeling is om de kans op terugkeer van ziekte lokaal zo klein mogelijk te maken. Doordat er geopereerd is, zijn er wel meer bestralingen nodig.

  • Als de tumor na een eerdere behandeling terugkomt en een operatie niet mogelijk is, of wanneer er om een andere reden niet geopereerd kan worden.

  • Bij uitzaaiingen, bijvoorbeeld tegen de pijn. Er dan vaak maar een paar bestralingen nodig. Als er sprake is van beperkte uitzaaiingen (bijvoorbeeld in de longen of in het bot) hoge dosis precisie bestraling (ook wel SBRT genoemd) toegepast worden.

Hoeveel bestralingen u krijgt en op welk moment, hangt af van de tumor en hoe groot die is. De radiotherapeut vertelt u hoeveel bestralingen nodig zijn.

Bij botsarcomen is bestraling vaak geen geschikte behandeling, deze cellen zijn namelijk niet gevoelig voor de bestraling.

Operatie

Het is bekend dat sommige tumoren niet reageren op chemotherapie en/of bestraling. Bij deze tumoren wordt u dan geopereerd en krijgt u geen chemotherapie en/of bestraling. Afhankelijk van de soort en de plaats van de bot- of weke delentumor wordt bepaald of en wat voor soort operatie nodig is. In principe wordt er gestreefd naar complete verwijdering van al het tumorweefsel. Dit houdt in dat de tumor in zijn geheel wordt verwijderd.

Bij kwaadaardige tumoren wordt – als dat mogelijk is – ook een rand gezond weefsel mee weggenomen. Wanneer de tumor in of tegen een spier aanligt, kan het nodig zijn de gehele spier te verwijderen. Soms zal totale verwijdering betekenen dat bijvoorbeeld ook bot- of zenuwweefsel moet worden opgeofferd. Zit de tumor in bijvoorbeeld uw arm of been, dan is een amputatie soms onvermijdelijk. Afhankelijk van de plaats waar de tumor zich bevindt, kiest de orthopedisch-chirurg voor een totale of gedeeltelijke amputatie.

Als de tumor in de buurt van het gewricht zit (bijvoorbeeld knie-, heup- of schoudergewricht), dan kan er soms een speciaal type kunstgewricht worden geplaatst.

Opereren zonder te snijden (interventieradiologie)

Sommige bottumoren hoeven of kunnen niet worden weggehaald met een operatie. Deze tumoren kunnen worden behandeld door de interventie radioloog met verhitting of bevriezing. Dit wordt thermale ablatie genoemd. Bij cryo-ablatie verwijdert de interventie radioloog de tumor door de tumorcellen te bevriezen. Bij radiofrequente ablatie (RFA) gebruikt de interventie radioloog hitte om de tumorcellen te doden. Door de tumorcellen ijskoud of heel heet te maken, gaan ze dood. Het lichaam ruimt zelf de dode cellen op.

Deze behandeling kan soms ook geschikt zijn als u vanwege uw gezondheid geen operatie kunt krijgen. Bijvoorbeeld omdat u een hart- of longziekte hebt.

Praktische informatie